m 09
Het gebeurt ons allemaal wel. Ineens wordt een gekoesterd, vertrouwd patroon doorbroken door iets nieuws, iets dat alarmerend afwijkt. Dat zo verschilt met het vertrouwde dat het daardoor meteen angst inboezemt. Maar is die angst terecht? Marissa Evers (1974, Aukland New Zealand) werd tot voor kort iedere ochtend prettig wakker gezongen door een merel. Onlangs is die dagelijkse verrukking wreed verstoord. In plaats van mereltjes hooglied wekt het koortsachtig schril gekras van kraaien of roeken haar uit de slaap. ,,Ik mis mijn merels. Die grote zwarte kraaiachtigen boezemen je direct angst in à la Hitchkock’s film The Birds. Ik ben echter al snel op onderzoek uitgegaan. Hoe kijken andere culturen naar kraaien? Verrassend genoeg overwegend positief, zo bleek.’’ Door die onderzoeksmatige aanpak die eveneens haar kunstwerken typeert leerde zij op een andere manier kijken naar haar nieuwe zwartgejaste vrienden. De Haarlemse kunstenaar rondde onlangs een gastcuratorschap af in Kunstfort Vijfhuizen met het project De wens om een indiaan te worden met als ondertitel Het verlangen naar transformatie. Evers maakte een op de langgerekte gangen geënte installatie Machinekamer 4. Het werk bestond uit een samenstel van lange regenpijpachtige buizen, die op sommige plekken voorzien waren van geluid (soundscapes) of luchtstromen, onzichtbaar in beweging gebracht door afzuigkappen (deze heb ik niet op het fort gebruikt). ,,Soms vormt ook licht een onderdeel van deze ruimtelijke werken die daardoor heel zintuiglijk werken en alles weg hebben van een organische, zelfstandige entiteit die net als in de natuur begint met één bouwsteen, een grassprietje – heel hoopvol – en onstuitbaar groeit en voortwoekert op de gekste plaatsen. Let er maar op: regenpijpen zitten overal.‘’ Behalve het Kunstfort bracht zij deze Machinekamer-serie op plekken als de Nieuwe Vide (NO TOON) en verrassend genoeg op de kamer van de Haarlemse cultuurwethouder Chris van Velzen, die zelfs (!) meebouwde aan de installatie Machinekamer 3 1/2. Bij haar kan de bewindsman dus niet meer stuk. Ook haar tekeningen worden gekenmerkt door diezelfde onderzoeksmatige aanpak. Hierin vloeien verschillende perspectieven, grijsnuances en maatvoering droog ineen zoals in een monumentale tekenwerk waarin ze planmatig fragmenten uit de steden Edinburgh en Haarlem deed samensmelten. De collage die ze speciaal voor K.I.P maakte verenigt op haar beurt de Machinekamer-installaties en de stadslandschappelijke tekeningen.
Aart van der Kuijl