Zowel de tekeningen als installaties van Marissa Evers worden gekenmerkt door een onderzoeksmatige aanpak. Gefascineerd door de fysieke structuren van het stadsschap zoekt zij bijvoorbeeld ‘epicentra’ die worden samengebracht in een tekening. Zij herschikt de coördinaten van een bestaande stad in tekeningen van verschillende afmetingen, waarmee zij haar eigen stadslandschap schept. Het resultaat is een fijnmazig overzicht van de stad met straten die elkaar kruisen, langs elkaar lopen, overlopen in andere straten en van naam veranderen. Door deze tekenwijze ontstaat er samen met het perspectief van de straat een vreemde diepte in de platte, tweedimensionale tekening. Zoals je geheugen ook van onderwerp naar onderwerp vloeit, omwegen maakt, verbindingen legt die er in de eerste plaats niet waren en door een overvloed aan details een onontwarbare knoop kan worden. Dat leidt tot nieuwe herinneringen, nieuwe betekenissen en structuren, en een nieuwe stad.
Voor Kunsteyssen combineert zij haar ruimtelijke werk met tekeningen tot een nieuwe vorm: driedimensionale tekeningen. Op geometrische vormen die als gezwel/uitgroei op de muren zitten en deels het uiterlijk aangenomen hebben van deze achterliggende wand, maakt zij verschillende stadstekeningen. De drager en het onderwerp worden één object; iets dat zowel wil misleiden als verleiden. Mimicry.
De ‘epicentra’ zijn in dit geval: de stadskern van Alkmaar, het oude Kunsteyssen pand in verhouding tot Overstad, het nieuwe Kunsteyssen pand en de tussengelegen oude Ringers chocoladefabriek. Het zijn tijdsopnames van nu en vroeger, routes in het heden en het verleden tegelijk: zoals herinneringen wedijveren met nieuwe indrukken, die ook weer herinnering worden.
Expositie: Kunsteyssen, Alkmaar, 2009
Vertekening 1: 300 x 200 x 20 cm
Vertekening 2: 250 x 140 x 45 cm
Vertekening 3: 225 x 120 x 100 cm
Vertekening 4: 237 x 90 x 28 cm